Les Actualités
01: 01 tot 13 mei: Over ware doodsverachting, mauvaise surprises en God’s gesel. 18/05/2011

Gezellige titel voor een 1e blog… De kop is eraf, van de verbouwing van le Petit Carré, of le Petit Cart, zoals ze het hier noemen. 1 mei kwam ik eraan, 13 mei was ik weer terug in Amsterdam. Helemaal uitgewoond, en helemaal gelukkig.

Ik had me voorgenomen een dag of 10-14 te gaan, en eens te kijken. Te ervaren hoe alles daar ook al weer werkt en gaat, in de Morvan, het huis tot me te nemen, te ervaren hoeveel tijd klussen ook al weer kosten, en vooral: Hoe m’n eigen lijf zich zou houden. Want ja, ook vitaliteit kent z’n grenzen. Het werden 11 dagen van bukken en nog eens bukken, en van scheppen en graven, en weer bukken, tot ik een ons woog. Eerst moet het huis van binnen totalement gestript worden: Plafonds, muren, vloeren, en haarden, alles moet eruit, voornamelijk in verband met de isolatie.

Belangrijke les, opnieuw: alles kost hier dus meer tijd. Ook al ben ik hier goed ingevoerd, ik moet vaak toch m’n weg weer vinden. En de afstanden zijn groot. Voor een grasmaaier bijvoorbeeld moest ik naar St Hilaire, zei iedereen. Geweldig betrouwbaar, en een groot assortiment. OK… Na 40 minuten koersen beweert die man dus nog nooit van z’n leven een 2e hands grasmaaier verkocht te hebben… Maar m’n vrienden, probeer ik nog….Dat snap ik ook niet zei hij. Misschien hebben ze gedacht dat dìe allemaal 2e hands zijn, terwijl hij naar een stuk of 15 van die dingen wijst, maar die moet ik repareren. Op naar Chateau Chinon dan maar, we zijn toch in de buurt. Een half uur later legt die man me uit dat ik veel te laat ben, alles is al verkocht. Een ochtend verder, en geen grasmaaier, dus. Een paar dagen later schiet ik in Lormes een voormalige garagist aan. Na wat doorzeuren blijkt die er nog wel 1 te hebben. Hij gaat hem voor me in orde maken, en ik mag dinsdag langskomen. Niks aan gedaan natuurlijk. Kom overmorgen, beloofd. Die donderdagochtend is er net een stevige bui gevallen. Hij is te druk geweest, en zegt ie, alsof ik gek ben “je gaat met dit weer toch niet maaien?!?” Ik leg me er maar bij neer. Nog steeds geen grasmaaier….

 

De echte klussen kosten ook meer tijd dan ik op het 1e oog had ingeschat. 60 m2 tengelplafond eruit rossen dat gaat nog, is ook leuk. Maar ik moest wel het hout er tussen uit vissen, want dat mocht ik niet bij de boer storten. En dat hout moest wel –apart- afgevoerd worden. En ik moest ook nog een kleine 3000 spijkertjes uit de balken wurmen. En het bleek uiteindelijk om 3 m3 kalk te gaan, die ik met de hand de aanhanger heb ingeschept, en ook weer heb uitgeschept. Dat kostte alles bij elkaar 5 uur, en dat bracht me zo wat bij een bijna dood ervaring. Ik kon de rest van de dag niet meer bewegen of praten. En toch geniet ik ervan. Ik word gelukkig van dat gezwoeg, in combinatie met die prachtige omgeving.

Dat plafond slopen was overigens een supersmerige klus. Er kwam sowieso veel stof vrij, van 80 jaar om precies te zijn, maar ik stuitte af en toe ook op nesten. Dan was het bijna niet te hebben, en het  bewustzijn om een kapje voor te doen had ik niet, ik geneer me om het te zeggen. ( Vriend Dirk vermoedde dat ik in 1 dag het equivalent van een jaar roken had ingeademd…een fijne opsteker) Het voelde als ware doodsverachting, temeer omdat ik wist dat in die oude nesten ook het hantaan virus kan huizen. En wie daarmee besmet raakt loopt een flinke kans z’n volgende verjaardag niet meer te vieren, weet ik uit ervaring. Soms waren die nesten zo enorm, dat er voor m’n gevoel ook een kleine hond in gehuisvest had kunnen worden. Voor de stoffering had het ongedierte o.m een pyjama, een trui, en een onderbroek van de heer Petillot, de vorige eigenaar, geroofd, bleek na kortstondige determinatie.

Van mijn copain Gérard wist ik dat Petillot een voormalige communist was, op zolder vond ik ook nog een stapel communistenblaadjes. Verder was er weinig aandenken aan hem, los van 2 foto’s en een ansichtkaart met een locomotief. Ik vroeg me af hoe oud hij geworden was, en hoe lang hij al dood was. Er ontstond in de auberge een ware polemiek, maar niemand wist het eigenlijk precies. Tot iemand suggereerde dat ik even op het kerkhof moest gaan kijken, dat ligt toch om de hoek. Prima plan, maar het kan goed zijn dat de datum er niet op staat, waarschuwde Enrique de herbergier. Huuhh, keek ik hem aan…. Duim en wijsvinger: als neef erfgenaam, en dat was de verkoper, moet je toch al veel belasting betalen….. Ik begon baantjes te trekken op het kerkhof en stuitte uiteindelijk op een grafzerk met “Petillot”, in gouden letters. Verder niks. Geen voornaam, geen datum, niks. Tot ik een kleine gedenk plaquette onderaan het graf zag staan. À la mémoire de notre cousin, als enige tekst, geen ondertekening, niks. Op een locomotief na!!, dat dan weer wel. Dit moest hem dus zijn!, vast en zeker, en zo zijn onze manieren…Hoe oud ie geworden is kom ik nog wel achter.

Gaandeweg het slopen van het plafond openbaarde zich de 1e “mauvaise surprise”. Waar alle geleerden dachten dat ik alle binnenmuren kon weghalen, bleek er toch een steunmuur in te staan. Laconiek op reageren maar, ‘daar moet dan dus een steunbalk onder gezet worden’, want die muur mòet eruit. En toen ik eenmaal de vloer begon te lichten werd zeker dat ik ècht een vochtprobleem heb. Pascal Fichot, de boer waar ik m’n puin mag storten, had me al gezegd dat er volgens hem boven m’n huis, het ligt tegen een hellinkje, een bron ligt. Ach, gewoon even een drainage buis leggen, probleem opgelost. De aannemer is langs geweest, wordt nu een kwestie van wachten en zeuren, Frankrijk is in 10 jaar tijd geen spat veranderd.

 Even met getallen goochelen tot slot: Ik heb 6 aanhangers puin afgevoerd, en 2 met rest en tuinafval. Elke aanhanger is een kuub, bij 1 telde ik 469 brokstukken puin, die ik er allemaal met de hand uitgeknikkerd heb. Verder heb ik ook nog 400 tegels naar de zolder gesjouwd, daarmee ga ik ooit de buitenkeuken aankleden. Een geluk bij een ongeluk is dat de stortplaats op 1,1 km ligt, gezegend dichtbij. Dit is de brug naar de ‘gesel Gods” …al pratend met de boer werden de consequenties van de droogte griezelig tastbaar. Normaal moet deze tijd van het jaar het gras de grond uitspuiten. Die eerste snede wordt gemaaid als wintervoer.  Nu groeide het gras voor geen draad, sterker nog, het was al aan het zaad schieten. En gras dat eenmaal heeft zaad geschoten heeft z’n werk voor dit seizoen gedaan, en groeit daarna nauwelijks meer. Ergo hij maakte zich grote zorgen waar hij dat wintervoer vandaan moest halen, temeer daar heel Frankrijk er mee kampt. Hetzelfde geldt voor de bloei van allerlei bomen en planten. Alles bloeit tegelijk, veelal te vroeg,  dus waar halen van de zomer de hommels en bijen hun voedsel vandaan? Nog meer sterfte? Er zijn  er al zo weinig…. En zo zijn er veel meer situaties met mogelijk heel nare gevolgen aan te wijzen. Het zal toch niet zo zijn dat deze genadige warmte stiekem een gesel Gods blijkt te zijn..? overpeinsde ik. 

God verhoede, mijn verbouwing gaat inmiddels gewoon door.